Tegenwoordig loopt Edwin Grünholz met pionnetjes over het veld bij ADO Den Haag. Soms vliegt er een verdwaalde bal richting de voet van de assistent-trainer. Dan doet hij het nog een keer voor: geen millimeter ruimte tussen schoen en bal. Ook 25 jaar nadat de Hagenaar bij de beste zaalvoetballers ter wereld hoorde, is de bal nog steeds ‘zijn vriendje’. Een zinsnede die hij in het vreemdste jaar van zijn indrukwekkende loopbaan vaak gebruikte. Een jaar waarin hij ploeterde op het veld, maar schitterde in de zaal. Een reconstructie:
De jeugdige ADO-spelers kijken soms verwonderend op als ze horen dat die stramme assistent-coach vroeger met een schijnbeweging drie man het bos instuurde. Grünholz met een bal in de zaal, was als B.A. van The A-team opsluiten in een verlaten boerenschuur, zelfs in de meest uitzichtloze situaties toverde hij op techniek nog een wonderlijke ontsnapping eruit. Het ongeloof van de talenten is alleen nog maar weg te halen met beelden van de man die als ‘de Magiër’ door het leven ging. De video’s van Grünholz zijn er nog steeds, vaak kwistig op social media gedeeld door mannen die mijmeren naar de gouden tijden van het Nederlandse zaalvoetbal.
‘Elia begon er nog over bij het afwerken’, zegt Grünholz na een training van ADO. ‘Daar waren ook een paar jonge jongens bij. Dus ik denk dat de meeste spelers wel weten wat ik vroeger heb gedaan.’ Als actief speler boekte hij de grootste successen in de zaal: 57 interlands, 69 doelpunten, vier eindrondes en vele landskampioenschappen. Het zijn de duizelingwekkende cijfers van de Hagenaar die de bal niet aan een touwtje had, maar met de beste behanglijm uit de winkel van John van Zweden aan zijn voet had vastgemaakt.
Willen bewijzen op het veld
Grünholz was in de zomer van 1995 al een gevierde ster in de zaal. Zijn debuut als international had hij gemaakt en met zijn club Bunga Melati was hij ongeslagen landskampioen geworden. De Hagenaar werd zelfs topscorer van de competitie, maar liefst 95 keer vond hij het net. ‘Grünholz, de maestro van de vierkante meter’, schreef het NRC dan ook als hommage.
Het was slechts een van de velen lofuitingen die de koning van het Nederlandse zaalvoetbal kreeg. Maar wel een monarch die een ander koninkrijk zocht. Eentje waar gras groeide en dat grenzen had in de vorm van kalklijnen. ‘Doodmoe word ik van alle vooroordelen’, zei hij dan ook tegen diezelfde krant. ‘Alsof voetbal zonder noppen en voetbal met noppen hemelsbreed van elkaar verschillen. In de zaal krijg je meer vrijheid en heb ik dus meer ruimte om actie te maken dan in het veld. Maar wie mij daarom als eeuwige zaalvoetballer ziet, heeft geen verstand van voetbal.’
Het was niet alleen de zaal waar Grünholz excelleerde. De balvirtuoos voetbalde ook op het veld; met de amateurs van het Utrechtse Holland werd hij algeheel zondagkampioen. Maar hij wilde zich op een hoger niveau bewijzen. Daarom ging hij weer terug naar het Zuiderpark, het nest waar hij was groot gebracht. FC Den Haag had het financieel zwaar en voor semiprof Grünholz was er slechts een contract voor 1100 gulden per maand.
Daarom had hij wel een eis bij zijn overgang. Het profvoetbal in het Zuiderpark zou hij combineren met zaalvoetbal bij Bunga Melati, een club waar goed (zwart) werd betaald. De Haagse eerstedivisieclub bedwong op zijn beurt een afkoopsom van anderhalve ton aan guldens. ‘Niet veel toch’, zei Grünholz in een kranteninterview toentertijd. Hij had goede hoop dat een eredivisieclub het bedrag zou neertellen.
Maurice Steijn, Virgilio Teixeira, en John de Jong
Het ging stroef met FC Den Haag in het seizoen 1995/1996. Het liefst zou de clubarchivaris van de club dat seizoen uit de annalen verwijderen. Sportief het slechtste jaar uit de clubhistorie met een vijftiende plek in de eerste divisie. ‘Er waren financieel niet zoveel middelen’, weet Grunholz 25 jaar later nog. ‘De lichting met Maurice Steijn, Virgilio Teixeira, en John de Jong kwam toen door. We hadden heel wat talentvolle jongens, maar voor dat jaar was het niet goed genoeg. Ze konden zich toen wel ontwikkelen waardoor ze uiteindelijk een hele mooie carrière hebben gehad.’
Hoe anders verging het voetballeven in de zaal. Als een waar circus trok Bunga Melati door de vaderlandse competitie. Grünholz nam de meeste nummers voor zijn rekening. Hij balanceerde op het veld als een acrobaat in de piste, was koelbloedig voor de goal als een dresseur tegenover zijn leeuwen en hij zweepte het publiek op als de beste spreekstalmeester. Een reeks van 62 competitiewedstrijden zonder nederlaag zouden de kunstenaars op linoleum uiteindelijk boeken.
Een Indisch eettentje in Tilburg
De Nederlandse zaalcompetitie was toen al een verzameling van teams die namen van kroegen, reisbureau’s of margebedrijven droegen. Schoenenreus, ‘t Hoornsche Veerhuys en Kras Ster Vakanties waren ploegen waar Grünholz tegen speelde. Zijn club, Bunga Melati was vernoemd naar een Indisch eethuisje in Tilburg. In de competitie bereikte Bunga zonder moeite de play-offs, ondertussen schreef de club ook de supercup op haar naam. Grunholz was elke wedstrijd het goudhaantje en hij scoorde net als voorgaande seizoenen meer dan negentig goals. Hij liet zien waarom hij de beste zaalvoetballer van Nederland werd genoemd.
De beste zaalvoetballer hoorde als vanzelfsprekend ook in het Nederlands zaalvoetbalteam. Er was alleen één probleem. Grünholz mocht van FC Den Haag zijn frivoliteiten in de Tilburgse sporthal Drieburg tonen, maar niet in het oranje. Bondscoach Ron Groenewoud wilde de sterspeler van de Nederlandse competitie echter koste wat het kost in zijn ensemble opnemen. Een kwalificatietoernooi waarbij landen zich voor zowel het EK als WK konden plaatsen, stond eind oktober 1995 op de planning. De een na beste zaalvoetballer, John de Bever (de tegenwoordig beroemde zanger), was na een conflict teruggekeerd, maar de grote ster leek te gaan ontbreken. ‘Het verschil tussen zilver en goud’, noemde Groenewoud het gemis.
Vergeten Fifa-reglementen
Daarom ging de zaalvoetbalbondscoach op zoek naar een manier om de Hagenaar aan het keurkorps toe te voegen. In een vergeten reglement van de FIFA stond dat de eerstedivisieclub Grünholz moest afstaan. Een trap tegen het zere been van Den Haag-trainer Theo Verlangen. Het seizoen van de club verliep stroef, maar middenvelder Grünholz deelde niet mee in de malaise. Stabiele eredivisieploegen als Sparta, FC Twente en FC Utrecht hengelden naar zijn diensten. Club en bond sloten daarom een compromis. Grünholz zou twee van de vijf kwalificatiewedstrijden meespelen, voor de rest werd hij voor wedstrijden op het Zuiderpark verwacht. De KNVB zou een gedeelte van het salaris op zich nemen.
Het wedstrijdschema was zo goed uitgestippeld dat ‘de Magiër’ tegen de zwaarste tegenstanders in de poule in actie kon komen en ondertussen drie competitiewedstrijden voor Den Haag zou afwerken. Op zaterdag 21 oktober begon de zware werkweek voor de rasvoetballer in Roosendaal. De tobbende residentieclub verloor met 2-1 van RBC, het Haagse doelpunt kwam uiteraard van Edwin Grünholz. Twee dagen later, 40 kilometer verderop, werd in Goirle Tsjechië verslagen. 7-4 voor de Nederlandse zaalvoetballers, vijf assists en een doelpunt van het fenomeen uit de Schilderswijk. ‘Van zulke wedstrijden als tegen Tsjechië kan ik er zonder problemen twee op een avond spelen’, was het Haagse commentaar vol bravoure na afloop.
Stoppen na kwalificatie voor EK en WK
Tot rust komen kon Grünholz niet. Den Haag – VVV stond die woensdag immers alweer op de planning. 2-3 voor de Limburgers, wel weer stond de naam Grünholz op het scorebord. ‘Ik vind die dubbelrol geen probleem’, liet hij zich na de nederlaag ontlokken. ‘Zodra ik bij Den Haag ben, vergeet ik het zaalvoetbal en omgekeerd precies hetzelfde.’
De miserabele resultaten met ADO kon hij twee dagen later weer even vergeten. In een rechtstreeks duel om de koppositie van de poule en daarmee een ticket voor zowel het EK als het WK werd Kroatië met 6-4 verslagen. Weer twee doelpunten van de virtuoos op gladde zolen, zijn 29ste en 30ste doelpunt in 19 interlands. Wel zijn laatste duels voor Oranje als het aan hem lag. Die doorbraak in het profvoetbal moest er het jaar erna van komen. ‘Het EK valt in de winterstop van het profvoetbal en ik heb goede hoop dat Edwin mee kan’, was het antwoord van bondscoach Groenewoud een dag later. ‘We moeten maar eens met FC Den Haag om tafel gaan zitten.’
‘Het was niet dat ik de bal graag afgaf’
Terwijl Groenewoud die woorden uitsprak, was Grünholz alweer bezig in het groengeel. In Zwolle werd voor de derde keer die week verloren. Vijf wedstrijden in acht dagen, 25 jaar later lacht de Haagse balgoochelaar er om. ‘Die discussie heb ik nu nog steeds. Dan wordt er tegenwoordig in de eerste divisie gesproken over periodiseren. Ik speelde naast profvoetbal ook nog in de top van het zaalvoetbal en deed dat vrij intensief. Het was niet dat ik de bal graag aan een ander gaf’, zegt hij dan ook met een knipoog.
Grünholz doet toch mee aan het EK in januari 1996. De bond weet hem te overtuigen en in het Spaanse Córdoba mag Nederland het in een poule opnemen tegen het gastland en België. De eerste wedstrijd is tegen de zuiderburen en wordt met 2-0 verloren. Echter, die uitslag is niet wat de kranten siert. Grünholz is met drie andere teamgenoten naar huis gestuurd door de bondscoach. Dit omdat ze niet in het spelershotel hadden geslapen, maar in een naburig onderkomen bij hun vriendinnen. Een kwart eeuw later kan Grünholz er wel om lachen.
‘Niet naar het sekshuis gegaan’
‘Ik ben niet naar het sekshuis gegaan’, zegt hij met enig gevoel voor sarcasme. ‘Mijn vrouw en die van mijn vriend en teamgenoot Joop Ludwig waren ook in Spanje. We moesten van de coach om 00.00 uur in het hotel zijn, maar waren vijf minuutjes te laat. We hadden ook twee spelers die die nacht niet haar het hotel waren gekomen. Daar werden wij op een of andere manier ook aan gelinkt. We hadden toen al afgesproken dat we die andere twee niet zouden verlinken en hebben toen de consequenties genomen. Al vond ik de straf wel schraal. Het is niet dat ik iets spannends had gedaan. Ik zat daar gewoon met mijn vrouw en die kan dat bevestigen.’
Terug in Nederland tekent zich hetzelfde patroon af als voor de winterstop. Ploeteren met Den Haag en schitteren met Bunga Melati. Twee ploegen die hij allebei aan het einde van het seizoen verlaat. Het wordt voor hem geen subtopper in de eredivisie, maar RBC uit Roosendaal. ‘ADO heeft mij alleen maar een aanbieding gedaan om de aanbieding’, zei hij vlak voor de laatste competitiewedstrijd over zijn contractbesprekingen tegen de Volkskrant. ‘Dat doen ze om de supporters rustig te houden.’ Maar er speelt meer. Hij laat ook optekenen dat hij in het Zuiderpark niet zichzelf kan zijn. ‘Als ik niet kan zeggen wat ik vind, doe ik mee aan alle oneerlijkheid. Ik moet ‘s ochtends in de spiegel durven kijken. Ook al zie ik die lelijke kop van me, ik moet durven kijken, zonder me te schamen.’
Glenn Helder als teamgenoot
Terwijl het seizoen in de eerste divisie is afgelopen, gaat het zaalvoetbalcompetitie nog even door. Bunga Melati is uiteraard geplaatst voor de play-offs en in die serie wedstrijden lijkt het even erop dat Grünholz niet meer de ster van het team is. Glenn Helder wordt door Guus Hiddink niet geselecteerd voor het veldvoetbal EK van 1996 en wil tijdens zijn vakantie zaalvoetballen.
Volgens de KNVB is zijn inschrijving een ‘formaliteit’ en tot een dag voor de halve finalewedstrijd tegen Yakomo lijkt de toenmalig Arsenal-speler deel te gaan uitmaken van de Tilburgse ploeg. Alleen de Londense club ligt op het laatste moment dwars. Ze willen dat hij zich laat verzekeren. Zowel Bunga Melatie als Helder zijn niet bereid het bedrag van 10.000 gulden te betalen. Grünholz blijft daardoor de ster van het geheel.
Ook zonder Leidenaar Helder wordt de finale om het landskampioenschap gehaald. In een gelijkopgaande wedstrijd tegen ‘t Hoornsche Veerhuys moeten strafschoppen de beslissing brengen over wie zich Nederland beste mag noemen. ‘Volgens mij was ik de enige die een penalty miste’, zegt Grünholz 25 jaar na dato. ‘Dat gebeurde me niet vaak. Die van Joop Ludwig zat erin, maar die werd over het hoofd gezien door de scheids. Toen had je nog geen var, anders waren we kampioen van Nederland geweest.’ Dit alles rakelt hij op met een glimlach, maar een kwart eeuw geleden was dat wel anders. Een paar minuten na het laatste fluitsignaal zat hij al in de auto op weg naar zijn geliefde Den Haag. Woedend gaf hij gas omdat de twee scheidsrechters weigerden de beelden op de aanwezige camera terug te kijken.
‘Heel wat centjes te besteden’
De voetbaldeceptie van Grünholz ging na de zomer op het veld verder, terwijl hij in de zaal bleef toveren. Hij vertrok met zijn maatje Joop Ludwig bij Bunga Melati en ging spelen in Haarlem voor ZVS/Hindstore. Daar wordt hij weer verenigd met trainer Melbi Raboen, de Haagse coach met wie hij bij de amateurs van Holland veel succes behaalde. ‘Joop en ik gingen toen naar een club die heel wat centjes te besteden had’, weet hij nu nog. ‘Wij konden daar een goede deal maken en dat was de reden voor de overstap. Daar hebben we een hele leuke tijd gehad met allemaal dezelfde jongens als bij Bunga Melati. De kersverse promovendus is een uitdager voor de topteams en uiteraard is ‘de Magiër’ de man om wie het draait. Meeverdedigen hoeft hij niet van Raboen. Een vertrouwen dat hij terugbetaalde met doelpunten en assists.
Het huwelijk met RBC was minder gelukkig. Zo kreeg hij in september al vijfduizend euro boete van de club omdat hij zaalvoetballen met Hindstore verkoos boven een thuiswedstrijd tegen Veendam. ‘We hadden hem ook kunnen ontslaan, maar zover wilden we niet gaan’, zei de Roosendaalse voorzitter toentertijd. ‘We hebben alle vertrouwen in hem.’
Weigert penalty te nemen tegen ADO
Dat vertrouwen is drie weken later al weg. RBC was met Grünholz overeengekomen dat hij niet voor het Nederlands elftal zou uitkomen. Toen bondscoach Groenewoud in aanloop naar het WK toch naar de diensten van de sterspeler hengelde, ging de Brabantse club meteen overstag. Het enige wat de KNVB moest doen was een gedeelte van het salaris overnemen. ‘Hij kan hier worden gemist’, zei de RBC-voorzitter daarover. ‘Zijn prestaties vallen behoorlijk tegen, een basisplaats heeft hij niet en de training werkt hij af met de tweede garnituur.’
De club ziet de voorbereidingswedstrijden in oktober en het WK eind november als een therapie. ‘Dat heb ik er voor over’, zei trainer Jan Poortvliet tegen het AD. ‘Daarna hoop ik dat Edwin zijn kwaliteiten bij RBC laat zien.’ Zover komt het niet. Op 21 oktober staat ADO (de clubnaam was die zomer veranderd van FC Den Haag naar ADO Den Haag) – RBC op het programma. In de 37ste minuut krijgt RBC een penalty. Een buitenkansje voor Grünholz denken ze bij RBC, daar denkt de trotste Hagenaar anders over. ‘Ik moest een strafschop nemen’, zegt hij nu. ‘Maar dat weigerde ik. Het was misschien niet handig, maar ik denk dat er toen ook al clubliefde meespeelde. Het was het begin van het einde.’ Op 4 november gaan Grünholz en RBC uit elkaar.
WK een van de leukste dingen die ik heb meegemaakt
Daardoor kan hij zich vol focussen op het WK eind november 1996 in Spanje. Een toernooi waar hij samen met John de Bever zou schitteren in de groepsfase. Nederland wint de poule, maar wordt in de volgende ronde uitgeschakeld. Dat vroege einde is geen litteken op de zaalvoetbalcarrière van Grünholz. ‘Het was een van de leukste dingen die ik in het voetbal heb meegemaakt. Ik heb tegenwoordig geen tijd meer voor zaalvoetbal. Tot vier jaar geleden deed ik het nog wel, maar mijn lichaam laat het niet altijd meer toe.’