Een luid gejuich, geschreeuw. Een vader, moeder en broer die hun armen het luchtruim in zwiepen, de vuisten gebald, en met hun geschreeuw een aanslag op hun stembanden en op mijn oren plegen. Ze lopen de polonaise, precies langs de lijn. Het hele gezin heeft krijt aan hun schoenen. Vader kijkt naar zijn schoenen en denkt: gvd eindelijk weer eens krijt aan me schoenen. Hij richt zijn hoofd tot de hemel en moet denken aan zijn vader die altijd, na iedere wedstrijd, zijn voetbalschoenen controleerde of er genoeg krijt aan zat. Een goede rechtsbuiten ging het veld op met zwarte voetbalschoenen, die waren er toen nog, en ging het veld af met witte. In zijn gedachten zegt hij tegen zijn vader: ‘gvd pap wat zou je trots zijn op je kleinzoon. Vandaag zijn eerste doelpunt! En bovendien zitten zijn groen-gele voetbalschoenen nu al finaal onder het krijt terwijl de wedstrijd pas op de helft is.’
Het eerste doelpunt van je zoon. Voor iedere voetbalvader het hoogtepunt der hoogtepunten. Een moment dat je nooit meer zal vergeten. Je belandt in een roes en loopt daarna de hele dag als een aap met zeven lullen, alle zeven stijf, door de voetbalkantine. Je vraagt aan de ouders, van spelers uit andere teams: ‘en wat hebben jullie gedaan? ‘ Je hoopt dat ze in ieder geval een keer gescoord hebben. Zodat je kan vragen: ‘en, wie heeft er gescoord?’ Het interesseert je eigenlijk geen reet. Je vraagt het alleen maar in de hoop dat ze dezelfde vragen aan jou stellen. Zodat je, met een stijve lul en een glimlach van oor tot oor, kan antwoorden: ‘2-1 gewonnen, Wes van mij maakte de winnende. Zijn eerste goal, gelijk strak in het kruis!’ En dan, met een knipoog, er achteraan: ‘die liefde voor het kruis heeft hij van zijn vader.’ Je zegt het lekker hard, in de hoop dat een van de aanwezige voetbalmoeders, of die kantinejuffrouw met die dikke tieten en die Jennifer Lopez reet, het opvangt en denkt: zo dat is interessant, geile man.
Uit ervaring weet ik dat ieder doelpunt, van je kind, een feest is. Zo’n groot feest, als die eerste goal, wordt het nooit meer. Die eerste goal, daar kan zelfs geen bruiloft tegen op. Voetbalvaders, die zeggen dat hun bruiloft het mooiste moment van hun leven is, dat zijn leugenaars of gasten wiens zoon nog nooit heeft gescoord. De tragiek van de eerste goal: beter als dit wordt het nooit meer! Uiteraard zijn er daarna altijd momenten die ook ‘leuk’ zijn. Neem nou Pa Immers, die zou best trots zijn op de goal van zoon Lex tegen Utrecht. Hij schoot hem tenslotte ‘aardig’ in.
Na afloop vertelde Lex, voor de camera, dat dit soort goals, het schieten van afstand, niet echt iets is voor hem maar meer voor zijn vader. Hij zei het met een stalen gezicht en op een manier, die heel de wereld deed geloven dat Pa Immers vroeger, minstens drie keer per wedstrijd, de bal op deze wijze tegen of door de touwen schoot. Dit soort goals was vroeger business as usual voor Pa Immers. Pa Immers, in de ogen van zoon Lex, de Roberto Carlos van de Haagse amateurvelden, een held. Het gesprek was kort maar in de ogen van Lex was bewondering, liefde en respect te zien toen hij over zijn vader sprak. Prachtig! Dat doet de liefde voor het voetbal dus met vaders en zonen.
22 november zag ik een tweet van Ruud Mansveld. Hij twitterde een foto van een speciaal, door Errea ontworpen, wedstrijdshirt met het portret van zijn vader: Aad Mansveld. Als tekst had Ruud erbij gezet: eigenlijk geheim dus niet verder vertellen. Wat een prachtig shirt, kippenvel! Terecht dat Ruud stond te popelen om dit shirt op twitter te knallen. Zijn tweet verraadde zoveel trots! Trots op zijn pa, zijn held, onze held, onze trots, ons clubicoon: Aad Mansveld! Het shirt is ontworpen ter herdenking van zijn twintigste sterfdag op 5 december en zou gedragen worden als wedstrijdshirt, in de thuiswedstrijd, tegen NAC.
De KNVB heeft ADO Den Haag echter verboden om in dit shirt te spelen. In het AD staat dat het, volgens de KNVB, verboden is om een afbeelding op het wedstrijdshirt te dragen. Erg apart omdat er op ons huidige uitshirt een ooievaar prijkt, ter grootte van een dinosaurus, hoe zit dat dan? Het is voor mij duidelijk. De paardenlul of kut, die dit heeft besloten, die heeft geen helden, heeft een vader die niet kon voetballen, heeft geen zoon of heeft een zoon die nog nooit heeft gescoord en snapt niets van de voetbalcultuur. Clubs moeten de ruimte krijgen om hun helden te eren! En als je dat niet snapt. Ga dan gvd niet bij de KNVB werken!
U kunt nu ook via twitter reageren: GGH Twitter of Twitter Rene