ADO-directeur Manders: ‘Er komen minimaal 7 nieuwe spelers naar ADO’

ADO Den Haag gaat zijn selectie voor het nieuwe seizoen versterken met een groot aantal nieuwe spelers. Dat zegt ADO-directeur Mattijs Manders tegen Omroep West.

‘Onze selectie bestaat momenteel uit vijftien spelers en om volwaardig mee te kunnen doen in de Eredivisie heb je een groep nodig van 22 tot 25 spelers’, aldus Manders die dinsdagavond overleg heeft met de technische staf over de uitbreiding van de spelersgroep. ‘We hebben verschillende lijstjes met kandidaten en we zullen gezamenlijk bepalen welke spelers we gaan benaderen om deze zomer naar ADO te komen’, vervolgt Manders die niet wil ingaan op namen.

Ook wil Manders niets kwijt over het beschikbare budget voor de versterkingen, maar aannemelijk is dat in de gesprekken die deze dagen worden gevoerd tussen de directie, de raad van commissarissen en grootaandeelhouder Wang Hui er in ieder geval voldoende geld is gevonden om een groot aantal nieuwe spelers naar het Kyocera Stadion te halen. Ook rekent ADO nog op de inkomsten uit transfers van een aantal vertrekkende spelers. Met name voor keeper Martin Hansen en aanvaller Mike Havenaar is belangstelling van verschillende buitenlandse clubs die al contact hebben opgenomen met de leiding van ADO.

Toekomst
Het driedaagse bezoek van Wang Hui aan Den Haag wordt woensdag afgesloten met opnieuw besprekingen over de toekomst van ADO, het vaststellen van de ambities en de budgetten. Vraag is bijvoorbeeld of Wang de 1,7 miljoen euro, het deel van de 3,7 miljoen dat hij vorig seizoen niet betaalde, nog in de clubkas gaat storten.

Manders: ‘Die 1,7 miljoen staat niet open bij ons in de administratie, zo moeten we dat niet zien. En geloof me, Wang gaat ook de komende jaren echt niet zomaar een paar miljoen op tafel leggen voor ADO. Hij wil eerst een goed plan zien en uiteraard zekerheid over return on investment. Wang en ADO zijn met een schone lei begonnen aan de voorbereiding op het nieuwe seizoen en daar horen ook nieuwe financiële plannen bij. We hebben goede afspraken met onze grootaandeelhouder gemaakt en gaan daarmee aan de slag in het nieuwe seizoen.’

China
Wang Hui was in het voorbije voetbaljaar ook ontevreden over de medewerking van ADO om commerciële activiteiten in China te ontwikkelen. Voetbalscholen kwamen niet van de grond, ADO wist geen goede trainers te regelen voor een project in China en er werd vanuit Den Haag nauwelijks contact gelegd met het Chinese bedrijfsleven.

Volgens Manders gaat ADO vanaf nu meer investeren in China. Er is het afgelopen jaar veel mis gegaan, dat heeft met miscommunicatie te maken en met verwachtingen die de club gewoonweg niet waar kón maken. Investeren in China deden we er even bij, ja dat kan natuurlijk niet. Stel dat Rob Meppelink (hoofd jeugdopleiding ADO Den Haag, red.) een voetbalschool in China op moet zetten, dan kost hem dat zeker een paar maanden om dat ter plekke goed te doen. Die tijd hebben we niet bij ADO en in onze organisatie kunnen we niet zomaar mensen een aantal maanden missen.’

Vijfjarenplan
Maar Wang en ADO hebben geleerd van elkaar in het afgelopen seizoen’, vervolgt Manders. Ik heb een plan gepresenteerd voor meer investeringen vanuit ADO in China. Het is een belangrijk onderdeel van een vijfjarenplan voor ADO dat ik heb geschreven en waarin we de samenwerking op het gebied van voetbal en commercie in China gaan intensiveren. Als wij op die manier onze waarde als club inzetten in Azië dan is het voor Wang ook makkelijker om meer te investeren in ADO.’

In de komende periode zal vrijwel zeker bekend worden dat Manders, die nu nog werkzaam is in een tijdelijke functie, aanblijft als directeur van ADO. Niets staat een langer verblijf van Manders bij ADO in de weg, al wil hij er zelf nog niks over kwijt. We hebben nog geen tijd gehad deze dagen om over mijn functie te praten. Dat komt nog wel, ik vind andere zaken nu even belangrijker voor de club. De samenwerking tussen Wang en mij verloopt goed, we hebben veel contact en begrijpen elkaars belangen. En bovenal delen we de plannen om ADO in de komende jaren steeds een stapje verder te brengen.’