In Nederland lijdt hij een anoniem bestaan, in Indonesië kan hij niet normaal over straat. ADO Den Haag-talent Rafael Struick (20) is hard op weg om een van de populairste voetballers op de Nederlandse velden te worden, maar merkt daar hier bijzonder weinig van.
,,Wacht… kan je even een fotootje maken?” In de paar minuten die de fotograaf heeft om Rafael Struick met de Indonesische vlag vast te leggen, vraagt hij heel beleefd of het fotomoment kan worden vastgelegd. ,,Dat is voor in m’n Instagram-verhaal, zo.”
Sinds het aantal volgers een half jaar geleden ontplofte, is Struick redelijk gedreven geworden in vastleggen van zijn dagelijks bestaan. Ruim 1,2 miljoen volgers houden zijn leven nauwlettend in de gaten. Ter vergelijking: dat is meer dan voormalig Premier League-voetballer Steven Bergwijn of Luuk de Jong, die bij FC Barcelona speelde. In het hele Nederlandse profvoetbal hebben alleen internationale sterren Sergiño Dest, Santiago Gimenez, Hirving Lozano en Alizera Jahanbakhsh meer volgers dan Struick. ,,Haha, als je het zo zegt, is dat wel bijzonder”, reageert de aanvaller.
Op het eerste oog is Struicks voetbalverhaal niet uniek ten opzichte van andere talenten in Nederland. De linksbuiten groeide op in de regio Den Haag. Zijn opa en vader waren liefhebbers van voetbal, maar hebben zelf nooit gevoetbald. Bij Forum Sport bleek dat hij talent had en via RKAVV kwam hij in de jeugdopleiding van ADO Den Haag terecht.
In 2022 maakte hij zijn debuut in het eerste elftal van de Haagse club. ,,Als ik er nu op terugkijk, was dat een heel andere tijd”, vertelt hij. ,,Ik was nog helemaal niet bekend. Niet bij nationale elftallen en ook niet op Instagram. Ik had toen zo’n drieduizend volgers.”
Oefenwedstrijd tegen Argentinië
Zijn populariteit verkreeg hij echter niet als speler van ADO, waar hij vooral als reservespeler wordt gebruikt. Zijn achterban begon te groeien toen hij na wat succesvolle stages bij de nationale elftallen van Indonesië werd betrokken. ,,Ik ben bij de stages heel goed opgevangen en kreeg heel warm gevoel van die mensen. Het voelde gelijk alsof ik thuis was.” Woordjes in het Bahasa-Indonesisch leert hij steeds opnieuw daar. ,,Links, rechts, dat soort dingen. Ik kan ze nu niet noemen, maar als ik daar ben wel. Het voelt ook echt als mijn land daar.”
Het omslagpunt in zijn populariteit was een oefenwedstrijd tegen Argentinië voor zo’n 70.000 toeschouwers in Jakarta. Struick mocht tegen de kersverse wereldkampioen in de basis beginnen. ,,Dat was echt ongelooflijk”, herinnert hij zich. ,,Mijn ouders waren enorm trots. We hadden geregeld dat mijn vader op de tribune kon zitten. Hij was er altijd bij. Ook vroeger om me elke keer naar RKAVV in Leidschendam te rijden.”
Struick zelf kan het ook nog niet helemaal beseffen. Sinds de oefenwedstrijd tegen Argentinië en een paar nieuwe interlandperiodes is zijn Instagram-account van drieduizend naar ruim 1,2 miljoen volgers gegaan. Ook zijn er tientallen fanaccounts voor hem uit de grond gestampt. En als hij in Indonesië is, kan hij niet meer over straat. ,,Ik word om de minuut herkend. Dat is heel gek. Ik geniet er voorlopig wel van. Voor mij is het nog nieuw, maar ik snap dat je die aandacht na een lange periode wel zat kan worden.”
De online populariteit relativeert hij graag. ,,Er wonen bijna 300 miljoen inwoners zijn in Indonesië, hè. Zeven op de tien kijkt voetbal. Dus dan heb je ook veel voetbalfans.” Zijn eigen account beheert Struick nu nog zelf, maar daar gaat veel tijd in zitten. ,,Het voelt soms als een bijbaantje. Ik ben in overleg om sommige dingen misschien aan anderen over te laten. Maar voor nu doe ik het nog zelf. Sponsoraanbiedingen krijg ik continu, alleen die sla ik voorlopig nog af. Het is allemaal nog te nieuw voor mij.”
Of hij zichzelf beroemd durft te noemen? ,,Dat vind ik lastig… eigenlijk niet. Misschien wel als ik daar ben. Maar hier in Nederland niet.”
Leven in twee werelden
En zo leeft de 20-jarige profvoetballer in twee werelden. Aan de ene kant zijn normale leven in Nederland met bezoekjes aan de plaatselijke supermarkt in Leidschenveen, zonder continu om een selfies te worden gevraagd. Het is op één hand te tellen hoe vaak hij dit jaar herkend is in Nederland.
Maar als hij voor het nationale team naar Indonesië vliegt, gaat er letterlijk een wereld voor hem open. Stadions met 60.000 supporters die zijn naam scanderen en overal op straat fans die hem herkennen en aanspreken. Een wereld die hij – vooral omdat hij er vaak weer uit moet stappen – nog niet kan laten bezinken.
Op Instagram krijgt hij gestaag iedere maand zo’n honderdduizend volgers erbij. Na de Azië Cup van komende januari heeft Struick mogelijk nog meer volgers dan Gimenez en Lozano. Het platform is de enige manier waarop hij in Nederland nog verbonden is met zijn sterrenbestaan in Indonesië, maar daarnaast is al die online populariteit meer een bijkomstigheid dan een droom.
,,Mijn ultieme droom?” Struick is even stil. ,,Weet je, ik ga het gewoon zeggen. Ik wil ooit met Indonesië op het WK spelen. We hebben het nog niet echt uitgesproken, maar het is het hoogst haalbare. Dat land is gek van voetbal, dus ik hoop dat onze generatie het kan halen.”
Leuk toch? Ik wens hem heel veel succes ermee.