Bij de ene kraam voor het stadion wordt het broodje bal ‘met pindasausje van tante Lien!’ in plat Haags luidkeels aangeprezen. De verkoper rijmt: “Met een broodje worst in je maag lekkâh naar ADO Den Haag!” Een supporter in groen-wit roept dat het héérlijk is. “Iedereen is weer uit zijn hol gekomen.” Sinds half november waren de stadions verboden terrein.
Iets verderop, bij de kar van Henk Patat, zitten Peter van Heijst (84) en Paul Odenkirchen (61) een bakje friet met satésaus te verorberen. Het zijn voetbalvrienden die al hun leven lang naar ADO Den Haag gaan. Ze mogen weer. “Dat betekent zoveel. Lekker van huis, de sfeer hier. En we hebben nu weer een vechtploeg”, zegt Odenkirchen. “Dat thuisblijven was zo’n straf.”
ADO speelt deze middag in het Car Jeans Stadion tegen De Graafschap. De stadions mogen weer voor een derde vollopen. ADO koos ervoor alleen seizoenkaarthouders (3000) en de zakelijke relaties (1500) binnen te laten. Iets meer had gemogen, gezien de capaciteit van 15.000, maar besloten werd nog geen losse kaartjes te verkopen.
Zoals bij alle wedstrijden in de eerste divisie dit weekend wordt in het stadion met een reclamebord #stadionsvol wel geprotesteerd tegen de bezettingsbeperking. De fanatieke supporters op Midden-Noord komen demonstratief pas een minuut na de aftrap binnen. ADO vliegt er meteen vol in, opgezweept door de fans. Statistieken bewijzen dat het thuisvoordeel in de stadions zonder publiek grotendeels wegviel. In de eredivisie daalde de kans dat de thuisclub wint vorig seizoen van vijftig procent naar veertig procent als er geen publiek was. In de afgelopen twee maanden lag dat op slechts 33 procent. ADO leek vorig seizoen het meeste last te hebben van lege tribunes. Het degradeerde, vooral omdat het thuis maar één keer wist te winnen.
Nu, in de eerste divisie, sloegen de Hagenaars zich succesvol door de recente thuisduels zonder publiek heen. Ze werden allemaal gewonnen, waardoor ondanks de puntenaftrek wegens de financiële huishouding promotie weer lonkt. Met steun van 4500 mensen moet deze zondag de volgende stap worden gezet. “Toen ik vanmorgen wakker werd, was het eerst wat ik dacht: eindelijk weer publiek”, zei middenvelder Sem Steijn later. “Het geeft een extra boost.”
Spits Thomas Verheydt, oer-Hagenaar, kreeg een speciaal gevoel toen hij aan het begin van de middag bij het stadion arriveerde. “Ik zag al die bedrijvigheid, de eetkraampjes waren er weer. Dan krijg je het gevoel: hier doe je het voor. Voetbal draait om de supporters. Alleen zo jammer dat het stadion nog maar voor een derde gevuld mag worden. Iedereen geprikt, dan is er toch veel meer mogelijk? Ik ken veel mensen die nu nog geen kaartje konden kopen. Doodzonde. Ook voor de financiën van de club.”
Contact met het publiek
ADO creëert mede door de verbale steun een flink overwicht. Kort voor rust resoneert een striemend fluitconcert door het stadion als scheidsrechter Nagtegaal in een overtreding op Ricardo Kishna geen strafschop ziet. Verheydt zoekt af en toe het contact met het publiek, met armgebaren. Hij weet: dát kan ons over de drempel helpen. “Ik stond er vroeger als jongen zelf. Ik ken veel gasten op Midden-Noord.”
Net voor de 75ste minuut telt het stadion traditioneel tien tellen af naar het ‘Haags kwartiertje!’ “Jagen, jagen, jagen!” joelt het publiek. Kansen blijft het dominante ADO krijgen, De Graafschap geeft geen krimp. De nullen blijven op het scorebord. Het is voor ADO duur puntenverlies in de strijd om promotie. Verheydt: “Het is zo jammer dat we de mensen geen overwinning hebben kunnen geven.”