Zo houdt fysiektrainer John Nieuwenburg de spelers van ADO fit tijdens de lentestop

John Nieuwenburg lijkt als fysiektrainer van ADO Den Haag nog op de voetballer die hij was: hij probeert zo onopvallend mogelijk het elftal beter te laten functioneren. Als verdedigende middenvelder liep hij daarvoor menig gaatje dicht, nu laat hij de spelers om hem heen juist lopen.

Tegen het eind van dit voetbalseizoen is fitheid meer dan eens onderwerp van gesprek in de eredivisie. Door de plotse lentestop heeft ADO Den Haag opeens zeventien dagen geen competitiewedstrijd. Gisteren oefenden ze daarom tegen FC Utrecht. ,,Want een wedstrijd is fysiek altijd het beste”, zegt John Nieuwenburg, sinds drie jaar fysiektrainer in de hofstad.

,,Wedstrijdhardheid is niet na te bootsen”, zegt hij ook. ,,We spelen op de training weleens elf tegen elf, maar dan is de intensiteit lager dan in een wedstrijd. Nu hebben we onze arbeid kunnen leveren.” Het is de uitdaging om een groep spelers fit te krijgen, te houden en dan ook nog eens op het juiste moment te laten pieken. De 40-jarige Nieuwenburg heeft daarin een grote rol als fysiektrainer.

Periodisering, maar ook herstel- en krachttraining liggen op zijn bordje, net als het doorlopend meten van de fitheid. ,,Het past perfect bij mij”, vertelt Nieuwenburg, die via Edwin Coret bij ADO beland is. Hoewel hij altijd in Den Haag gewoond heeft, speelde hij er niet. Vanaf zijn twaalfde voetbalde de middenvelder bij Sparta, waar hij ook in de eredivisie doorbrak. Als grote belofte ging hij naar Ajax, maar mede door blessureleed kwam hij daarna vooral in de eerste divisie uit.

,,Ik ben als voetballer altijd met het fysieke bezig geweest. Toen ik geblesseerd raakte, belandde ik in een revalidatietraject met krachttraining en een medische staf. Ik was echt geïnteresseerd in wat ik had en hoe ik weer kon terugkomen. Daar komt bij dat ik van voetbal hou en ook van het trainen zelf. Hard trainen vind ik niet erg, dat is juist leuk om te doen. Nu komt dat voor mij allemaal bij elkaar.”

Bij ADO hebben eerst Jurgen Seegers en later Nol Hornix hem in het vak geleid. Voor Nieuwenburg is het een meerwaarde dat hij als oud-prof weet hoe het voelt. Het trainen, maar ook de wedstrijden. De spelers van nu drukt hij op het hart om niks te laten liggen. ,,Je bent niet een winnaar als je prijzen wint. Voor mij ben je een winnaar als je alles geeft, ook als je geblesseerd bent. Stel dat iets dan niet lukt, geeft het rust omdat je weet dat je alles gegeven hebt.”

Hardloopsessie
Juist om die reden heeft Nieuwenburg vrede met het verloop van zijn eigen sportieve loopbaan, die hij in 2015 bij de topamateurs van Scheveningen afsloot. Fit is hij nog altijd. Zo begint de Hagenaar zijn werkdag geregeld met een hardloopsessie van zijn huis naar het stadion. Toch zo’n elf kilometer. Het onderstreept zijn rol als voorbeeld voor een nieuwe generatie.

Nieuwenburg: ,,Niet iedereen houdt ervan om hier meer dan tien kilometer naartoe hard te lopen, de meesten niet. Voetballers houden over het algemeen niet van duurlopen, maar het hoort er wel bij. Ik zeg ook vaak tegen ze: ‘Je loopt meer dan dat je een bal raakt.’ Ik probeer ze daarin mee te krijgen en vind het belangrijk dat ze weten waar ze het voor doen.”

Door middel van GPS wordt elke beweging gemeten. Nieuwenburg leest die gegevens uit en gaat daar met de rest van de technische staf soms nog wat dieper op in. Hoofdtrainer Fons Groenendijk staat daar voor open, net zoals eerder zijn voorganger Zeljko Petrovic. ,,De spelers vinden het zelf ook heel interessant hoe veel ze gelopen hebben. Of hoe snel. Zo haalde Sheraldo Becker laatst een topsnelheid van 39 kilometer per uur. Dat is echt bizar snel.”

Vragenlijst
Naast GPS zet Nieuwenburg andere ingenieuze instrumenten in. Zo vullen selectiespelers van ADO ‘s ochtends op een app een vragenlijst in over hoe ze zich voelen. In de trainerskamer ziet de staf vervolgens wie veel geslapen heeft of wie zich even wat minder voelt. ,,Het is niet zo dat als we zien dat iemand laag scoort dat hij niet mag trainen, maar we kunnen er wel rekening mee houden.”

Soms kan een speler wat minder. Dan worden speciale fietsen naar het veld gesleept. Op deze wattbikes krijgen spelers die ergens last van hebben toch een conditionele prikkel. Het zijn de trucs die Nieuwenburg probeert uit te halen. ,,Ik heb het zelf getest om te kijken wat de impact is. Het is mooi om zo bezig te zijn. Ik blijf naar dingen zoeken om de jongens fit te houden.”