Vanaf de dag dat ik begon te voetballen is iedere pass die ik geef goed. De meeste zijn zelfs briljant. Tuurlijk ze komen niet altijd aan maar dat ligt dan aan mijn medespelers. Die scheld ik vervolgens altijd helemaal stijf omdat ze te langzaam zijn en/of niet goed hebben gelopen. Een wereldpass sterft dikwijls in schoonheid omdat dat stelletje hersenloze klootzakken van medespelers het weer eens niet begrijpt. Mijn aannames zijn ook altijd perfect. Een hele enkele keer dan gaat het mis maar dat komt dan altijd omdat de pass van mijn medespelers niet goed genoeg is. Net iets te zacht ingespeeld ofzo, je kent het wel. Ik scheld zo’n gozer dan gelijk helemaal de tyfus want balverlies kan dodelijk zijn. Fouten maken is misschien menselijk maar niet op een voetbalveld.
Het begon al in de E’tjes waar ik mijn medespelers steevast u noemde. Mijn toenmalige trainer dacht nog wat een beleefd gozertje, die zegt zelfs na iedere klote bal van een medespeler u. De beste man besefte toen nog niet dat ik de ‘ L’ niet kon uitspreken. Dat was in de D’tjes wel anders want toen ging ook de ‘ L’ vloeiend over de tong en daarmee veranderde een medespeler, na het geven van een klote pass, van u in een lul. Vanaf de C’tjes maakte ik er ook altijd van die verongelijkte gebaren bij als ik weer eens teleurgesteld was in een van mijn medespelers. Eerst zo’n gozer aankijken met een blik van, tjonge jonge jonge jonge, wat ben jij nou aan het doen koekenbakker? Vervolgens even met mijn hoofd schudden, de wenkbrauwen fronsen, daarna schouders en armen omhoog en naar de ouders langs de lijn kijken van hebben jullie het gezien? Dit genie, moet met deze paardenlullen samen voetballen!
Naast mijn medespelers was ook de scheidsrechter altijd de lul. Die gozer kon, in mijn ogen, maar weinig goed doen. Iedere keer als zo’n kwibus tegen mij floot keek ik hem aan alsof ik wilde zeggen: “ik heb met jou dadelijk nog een appeltje te schillen vriend”. Mijn hoofd kleurt op zo’n moment vaak helemaal rood van woede. Ik lijk dan wel op een tomaat. Het liefst sloeg ik zo’n scheidsrechter al tijdens de wedstrijd met een komkommer, uit mijn vader zijn groentewinkel, om zijn oren. Maar ja, dat kan natuurlijk niet want dan wordt je geschorst en zit je zelf met de gebakken peren. Mijn vader zei dan altijd: ” les 1, accepteer het als de scheidsrechter geen toffe peer is”. Hij probeerde mij hiermee duidelijk te maken dat ik bij onjuiste beslissingen gewoon even door de zure appel heen moest bijten en mezelf dus niet uit mijn spel moest laten halen. Ik moet mij alleen maar concentreren op de zaken waar ik zelf invloed op heb. Mooi he, dat het uitgerekend mijn vader is die zoiets zegt. Die was vroeger net als ik, kon zich ook nooit inhouden op het veld. We kunnen stellen dat de appel niet ver van de boom is gevallen.
Pa’s groentewinkel kwam mij goed van pas. Zo heb ik weleens, op de maandagtraining, rotte tomaten in de Nike Air Max van een medespeler gedaan omdat die gozer het in zijn “achterlijke” hoofd haalde om mij tot twee keer toe een bal in mijn voeten te geven terwijl ik hem diep wilde hebben. Zeg nou eerlijk, dat is toch vragen om problemen! Toen ik later bij ADO Den Haag ging spelen plukte mijn familie daar ook zakelijk de vruchten van. De meeste voetballers leven immers voor de sport en de meeste spelers van Den Haag halen hun groente en fruit bij mijn pa. Ik vind het wel ontzettend jammer dat Stefan Postma niet meer bij ons keept. Die gozer was echt dol op groente en fruit. Iedere week ging er wel een bus richting huize Postma met dozen bananen, komkommers maar vooral van die grote dikke Aubergines. Aubergine XXXXL noemen wij die dingen. Stefan zag er wel wat vadsig uit maar als er iemand gezond leefde dan was hij het wel. Als je al dat fruit en al die groente zag die, die gozer naar binnen werkte. Dat was niet meer normaal joh, jammer dat hij weg is.
Ik moet ook altijd zo lachen als de supporters van ons, de jongens van Midden Noord, het “bananenlied” gaan zingen voor een speler van de tegenpartij. Ze zingen dan: “maar ja ik heb geen bananen, ik heb geen bananen vandaag etc”. Als het spel dan doodligt ga ik gelijk naar die speler toe en zeg ik: “maak je maar niet druk ouwe pik, ik heb zat bananen mijn vader is de grootste groente en fruitleverancier van Den Haag en omstreken dus als je trek hebt regel ik na de wedstrijd zoveel trossen voor je als je wilt”. Lachen he, beetje dollen met zo’n tegenstander maar ondertussen maak ik wel mooi reclame voor het familiebedrijf. Ik ben zelf ook echt dol op fruit en zoals je merkt hou ik er ook van om fruit in mijn zinnen en teksten te verwerken. Het is onderdeel van mijn communicatie geworden. Ook op het voetbalveld roep ik regelmatig: “geef die bal maar een peer naar voren”, zie je die gasten gelijk weer kijken van heb je hem weer met zijn peren.
Bovenstaand relaas zou zomaar een passage kunnen zijn uit de biografie van Wesley Verhoek. Wij Hagenezen staan bekend als kankeraars, azijnzeikers of querulanten (zoals ze in de Vogelwijk zullen zeggen). Wij houden er van om te zeiken op van alles en nog wat en worden, door de buitenwereld, vaak gezien als extreem kritisch. Daar is niks mis mee op zich. Sterker nog, af en toe is het heerlijk om even lekker cynisch een potje te kankeren en iemand tot op het bot toe af te zeiken. Helemaal als die persoon Martin, Cock of Luis heet. Anders wordt het als je, je eigen teamgenoten na iedere, in jouw ogen, foute keuze, pass of aanname helemaal stijf scheldt of oeverloos blijft door zeiken, tegen het arbitrale trio, over beslissingen waarvan je vooraf weet dat die toch nooit meer teruggedraaid gaan worden.
Ik ben een fan van Wesley Verhoek en heb zeer veel respect en bewondering voor de ontwikkeling die hij als voetballer, dit seizoen, heeft door gemaakt. Het talent, dat kenners hem al jaren toedichten, is eindelijk boven komen drijven. Door keihard te trainen heeft Wesley zijn voorzet sterk verbeterd. Hij is ook slimmer gaan spelen want hij geeft de bal voor als de kans zich voordoet zonder dat hij perse de actie wil maken en/of de achterlijn wil halen. Daarnaast is ook zijn individuele actie verbeterd. Verhoek is onberekenbaar en passeert zowel buitenom als binnendoor. Deze kwaliteiten in combinatie met zijn snelheid zorgen ervoor dat hij is uitgegroeid tot een van de beste buitenspelers van de Eredivisie.
Toch kan ik me erg irriteren aan Wesley, als ik hem weer eens vreselijk tekeer zie gaan tegen zijn medespelers. Afgelopen week moesten onder andere Vincento en Bulykin het een paar keer ontgelden omdat zij in de ogen van Wesley een verkeerde keuze maakte. Vooral Vincento werd in woord en gebaar duidelijk voor rotte vis uitgemaakt. Ik begrijp de teleurstelling van Verhoek als kansen worden verprutst of aanvallen mislukken. Ik vind alleen dat het niet slim is om tijdens de wedstrijd constant je medespelers op zo’n manier, met veel geschreeuw en misbaar, te bekritiseren. Na de scheldkanonnade, aan het adres van Vincento, gaat Verhoek erop rechts, met de bal, vandoor en staan er twee man vrij voor de goal. Verhoek besluit om uit een zeer moeilijke hoek te schieten en schiet de bal naast. Als hij hem had afgelegd dan was het vrijwel zeker een doelpunt geweest. Ik heb niemand zien kankeren. Het bewijs was weer geleverd iedereen maakt fouten zelfs Wesley Verhoek. Besef dat Wesley, fouten maken is menselijk! Wesley weet trouwens dondersgoed wie hij kan uitkafferen. Tegen Ricky vd Bergh hield hij altijd zijn mond. Hij wist ook dat als hij tegen Ricky zou beginnen, de kans erg groot was dat hij, onderweg naar huis, uit zijn auto zou worden getrokken en een paar petsen zou krijgen. Ricky laat niet met zich sollen!
Ook irriteer ik me aan Wesley als hij weer eens een onnodige kaart pakt voor praten, natrappen of andere gekkigheid. Waarom? Ik wil hem niet missen. Hij is zo ontzettend belangrijk voor ons geworden. Het hypocriete is dat er ook seizoenen zijn geweest dat ik weleens hoopte dat hij een kaart zou pakken, en geschorst zou worden, omdat hij er toch niks van bakte. Die seizoenen liggen nu gelukkig achter ons. Wesley is dit seizoen bezig om uit te groeien tot een topspeler. Als hij leert om zich, tijdens de wedstrijd, in te houden tegen medespelers, tegenstanders, scheidsrechters en grensrechters dan zet hij weer een aantal belangrijke stappen op weg naar de top. Tuurlijk is het goed dat je kritiek hebt op elkaar en op jezelf. Want als professioneel sporter in een teamsport moet je de ambitie hebben om als individu en als team iedere dag te groeien naar een hoger niveau. Elkaar tijdens de wedstrijd verrot schelden werkt echter averechts.
Wesley, deze fan, wil je het volgende vragen: “gedraag je in het veld zodat wij jou niet meer, vanwege onnodige schorsingen, hoeven te missen. Als je kritiek hebt op je medespelers praat hier dan over in de rust of na de wedstrijd. Leg op een rustige manier uit wat ze in jouw ogen verkeerd doen. Je zult zien dat, dat veel meer effect heeft en bovendien haal je, jezelf en je teamgenoten daardoor niet uit de wedstrijd. Uiteraard onder het genot van een appel, een appel van Verhoek natuurlijk”!
Voor meer informatie: http://www.kriegeverhoek.nl/
Rene